Er wordt vaak gezegd dat leven en dood zo dichtbij elkaar liggen. Mirjam heeft zelf mee moeten maken hoe dat is. Een opeenstapeling van verdriet en soms een lichtpunt, als blijkt dat zij zwanger is van haar vierde kindje. Vanaf week 29 begint de ellende. Lees hieronder haar aangrijpende verhaal. Ik ben 29 weken zwanger, als de weeën beginnen. Ik krijg hiervoor medicatie en dit is het startsein van de heftige periode, die zal volgen.

Bijzonder verhaal: Een opeenstapeling van verdriet en soms een lichtpunt

In oktober 2015 komen we erachter dat we zwanger zijn van ons vierde wonder. Omdat ik via de medische manier zwanger ben geraakt, weten we het al vrij snel. Onze jongste is dan 11 maanden jong. Snel op elkaar, maar dat was ook de bedoeling, aangezien ik dan al 35 jaar ben. Het begin van de zwangerschap gaat goed, maar als ik 29 weken zwanger ben, beginnen de weeën. Ik krijg weeënremmers en longrijpingsmedicatie. De weeën worden harde buiken, die de hele dag aanwezig zijn, maar gelukkig nog geen ontsluiting geven. Ik moet algehele rust nemen. Dat betekent alleen maar op bed liggen en er alleen uitkomen als ik naar de toilet moet. Erg lastig met een meisje van net 1 en een verhuizing in het vooruitzicht.

De sleutel

Op 1 mei krijgen we de sleutel van ons nieuwe huis. Onze eerste koophuis en oh, wat zijn we trots dat we een eigen huis gekocht hebben. Op 11 mei past mijn moeder op Romy van 1 en gaan wij, nou ja, mijn man René en familie en vrienden (ik geef aanwijzingen ivm bedrust), verhuizen. ’s Avonds halen we de jongste op en kletsen we nog wat bij mijn moeder. Ze zwaait ons uit en daar gaan we. Slapen in ons nieuwe huis. ’s Avonds zijn we blij dat we over zijn. De volgende dag is gewoon weer een schooldag voor de oudste, dus we gaan op tijd uit bed.

Het telefoontje van mijn zus

Om 06.37 gaat mijn mobiel. Mijn zus belt en ik voel het meteen. Ze huilt en zegt dat ze onze moeder gevonden heeft in de gang. Ze is overleden. Op dat moment staat de wereld een volle minuut stil. Dan volgt er lichte paniek om snel om te schakelen op de kinderen. Ik ben verdrietig, vertel de kinderen en René wat er aan de hand is. Huilende kinderen vol ongeloof. Hoe kan dat nou? Oma was gister nog in orde. Stress bij mij, extra harde buiken, weg rust. Op dinsdag 17 mei wordt ze begraven en ik ben dan 33 weken zwanger. Ik heb ’s morgens veel harde buiken, dat komt door de spanning. Ik ga een stuk voordragen. Er is veel verdriet tijdens de dienst. Tijdens het voordragen ben ik erg onrustig. Voor mijn doen heb ik het goed over gebracht, gesteund door mijn man. Met het lopen naar de plek waar mijn vader begraven ligt en mijn moeder wordt bijgezet, beginnen er weer weeën.

Weer komen er weeën

Ik kan moeilijk lopen en vraag aan René of het zachter kan. Hij merkt aan me dat het niet lekker gaat. De weeën blijven terugkomen, maar ik probeer ze weg te krijgen. Ik hou het vol tot het eind van de middag en dan bellen we de verloskundige. Die komt en constateert dat het inderdaad weeën zijn. Geen ontsluiting, maar ze wil dat we naar het ziekenhuis gaan. In het ziekenhuis aangekomen, blijk ik 1 centimeter ontsluiting te hebben. Ze doen niks, omdat ik al weeënremmers gehad heb en longrijpingsmedicatie ook. Na 2 uur heb ik 3 centimeter.

De bevalling

De bevalling is begonnen. Ik bel mijn schoonzus en de fotografe en zij komen er aan. Pfff, wat een rare dag. Er is angst. Stel dat hij (we krijgen een zoon) al komt? Hoe is hij dan? De weeën gaan door maar de ontsluiting niet. Aan de ene kant erg fijn, aan de andere kant erg pijnlijk. Na een nacht weeën geen centimeter erbij. Ze doen niks in het ziekenhuis, ik mag geen morfine, dus ook geen pijnstilling. En het is te vroeg voor een ruggenprik. Mijn schoonzus en de fotografe gaan naar huis. Ik zal ze bellen als er meer ontsluiting komt. ’s Avonds ben ik er klaar mee. Ik kan deze weeën ook thuis opvangen. Als ze toch niks doen, heb ik daar niks te zoeken, dus ik zeg dat ik naar huis ga. Dat is prima en als het verandert, moet ik terug komen.verdriet

De rest van de dag

De weeën blijven aanwezig, maar zijn niet krachtig genoeg. We halen ons jongste meisje op en slapen thuis. Ik ben wakker van de weeën, maar doe zachtjes zodat de rest kan slapen. ’s Morgens gaan de oudsten weer naar school en ik merk dat de weeën sterker worden. Ik ga samen met René de verhuisdozen, die bij ons op de kamer staan, uit pakken. Ze moeten weg, want ik irriteer me eraan. Ondertussen puf ik de weeën weg, leunend op mijn bed en met een meisje van 1 aan mijn been, die meehuilt zodra er een wee komt. Om 12.00 uur zeg ik dat we Romy weg moeten gaan brengen. Het is zo sneu, dat ze het zich zo aantrekt dat ik moet puffen. Ze gaat naar mijn schoonouders. Onderweg bel ik het ziekenhuis om te vragen of ze een ECG willen maken om te kijken of de weeën sterker zijn.verdriet

Onderweg naar het ziekenhuis

Ze vragen of ik kan komen en we gaan die kant op. We gaan ons meisje wegbrengen en dan gaan we naar het ziekenhuis toe. Ik ben serieus aan het puffen en zeg tegen Rene dat ik bang ben dat ik weer niet opgeschoten ben en ze niks willen doen. Ik heb geen vertrouwen in het ziekenhuis. Om 12.55 komen we aan en mag ik plaatsnemen. Ik vraag of ik naar een verloskamer mag. Dat mag en ik kleed me uit en ga liggen. De verloskundige komt en stelt zich voor. Ik ken haar niet, ze heet Mirjam. Dan antwoord ik dat het dan goed moet komen, wanneer je zo’n mooie naam hebt. Ze gaat voelen en zegt dat ik een uitpuilende vochtblaas heb. Doordat ik zo weinig vertrouwen heb, zeg ik: “Ga je me nu ook nog vertellen dat mijn blaas naar buiten komt?” Ze lacht en zegt dat mijn vliezen naar buiten komen. Ik heb 10 centimeter ontsluiting.verdriet

Volledige ontsluiting

Oh oké, ja dat kan ook. Mijn man belt mijn schoonzus en de fotografe en zegt dat ze moeten opschieten, omdat ik al zover ben. Binnen 10 minuten is mijn schoonzus er en 15 minuten later is de fotografe er ook.Inmiddels is het 13.30 en ik heb enorme persdrang. Ik ben al een tijdje aan het mee persen, maar er gebeurt niet veel. Om 13.45 worden de vliezen gebroken, omdat het niet opschiet. Er is heel veel vruchtwater. Ik pers uit alle macht  en ik hoor dat het een sterrenkijker is, wat het lastig maakt.verdriet

Inmiddels zijn de gynaecoloog en de kinderarts ook aanwezig

De gynaecoloog en de kinderarts zijn er ook. Volle kamer. Leuk weetje is dat ook de gynaecoloog Mirjam heet. Drie Mirjam’s op een kamer is wel veel van het goede ;-. Om 14.10 wordt Jens Albertus Hans geboren. Hij huilt meteen en mag op mijn borst liggen. Mijn schoonzus mag de navelstreng doorknippen en doet dit met tranen. Ik ben blij dat het achter de rug is, maar tevens ook zo verdrietig dat mijn moeder er niet is. Hij is 48 cm lang en weegt 2500 gram, dat is heel netjes voor een 7 weken te vroeggeboren kindje.

Ineens slaat de situatie om

Vijf minuutjes ligt hij bij me, maar dan krijgt hij het moeilijk. Zijn mondje staat open en hij is benauwd. Hij wordt weggehaald en gaat naar de couveuse afdeling. Iedereen gaat mee en ja, daar lig je dan. Bevallen, doodmoe, en alleen. In ieder geval geen pijn meer. Ik ga douchen en de andere kinderen komen. Blij dat hun broertje er is, maar verdrietig omdat hij in de couveuse ligt. ‘s·Avonds wordt besloten dat hij overgebracht moet worden naar Zwolle, omdat hij beademd moet worden. Hij heeft het erg moeilijk. Medisch personeel uit Zwolle komt met de ambulance en we nemen afscheid. Ik ga met Rene in de auto achter de ambulance aan.verdriet

NICU

Hij komt op de NICU te liggen en ik op de afdeling ernaast. Dit is een gespecialiseerde afdeling voor Neonaten, te vroeg geborenen. Ik ga elke keer naar hem toe. Ik kolf netjes mijn borstvoeding, maar rust is er niet. Na twee weken mag hij terug naar het streek ziekenhuis. Ik ben al die tijd in het Ronald Mac Donald huis verbleven en af en toe kwamen de andere kinderen mee. Zo moeilijk om bij de een te kunnen zijn, maar de andere zo te moeten missen. Hij moet dan nog anderhalve week in Harderwijk blijven, om vervolgens naar huis te mogen.

Naar huis

Zo fijn om samen thuis te zijn. Als hij een week thuis is, gaat het niet zo lekker. Hij wordt steeds wat wit en daarna kleurt hij weer bij. Ik twijfel en ben onzeker of ik het goed zie of dat ik gewoon overbezorgd ben. Ik overleg steeds met mijn man over wat we moeten doen.

“Mama, Jens lijkt op oma die in de kist ligt”.

Ik weet genoeg, ik ben niet gek en bel direct de huisartsenpost.Tegen de avond heeft mijn oudste dochter hem vast en zegt ze: “Mama, Jens lijkt op oma die in de kist ligt”. Ik weet genoeg, ik ben niet gek en bel direct de huisartsenpost.verdriet

Contact met de huisartsenpost

Ik regel oppas en mag erheen. Als we daar zijn, zegt de arts dat er niks aan de hand lijkt te zijn. Ik zeg dat hoe hij nu is hij nog niet is geweest en hij echt vaak wit werd. Voor mijn gemoedsrust belt hij een kinderarts en mag ik naar de spoedeisende hulp. De kinderarts wil hem ter observatie opnemen en we gaan naar de couveuse afdeling. Ik praat met de verpleegkundige, die ik persoonlijk ken en Jens wordt op de monitor aangesloten. Ik krijg een fles, want die mag hij inmiddels weer.

Wit worden en de alarmbellen rinkelen

Op het moment dat ik de fles geef zegt ik tegen de verloskundige “Dit bedoel ik met wit worden”. Hij trekt wit weg en de monitor stopt met alles. De alarmbellen rinkelen en hij wordt uit mijn armen getrokken. De zaalarts komt aanrennen en hij wordt gemasseerd. Meteen naar een andere kamer en daar wordt duidelijk dat hij stopt met ademen. Dat is de reden dat hij wit werd. Het stopt steeds vaker en Rene moet komen. Hij komt bijna niet meer bij en hij wordt met spoed naar Zwolle gebracht om hem weer te beademen. Wat duren die minuten dan lang.verdriet

Slecht nieuws van de specialist

De specialist geeft aan dat we er rekening mee moeten houden dat hij het niet redt. Ik laat hem geen seconde alleen. Het is bloedheet in de kamer, maar toch sta ik met mijn winterjas aan. Ik zing voor hem, hou zijn hand vast en prikkel hem zodat hij niet vergeet te ademen. Ik geef hem kusjes en bid in mezelf. Ook waarschuw ik mijn moeder, dat ze niet het lef heeft om hem ook naar de hemel te krijgen. Zwolle brengt de beademingsbuis in en dan gaat hij weer de ambulance in en wij erachter aan. Twee weken wordt hij beademd. Er is een keer geprobeerd zonder om de beademing af te bouwen, maar dat ging direct fout.

Drie weken later..

Na drie weken mag hij weer naar het streekziekenhuis in Harderwijk terug. We weten dan ondertussen ook dat mijn schoonzus, die bij zijn bevalling was, drie hersentumoren heeft en erg snel achteruit gaat. Naast dat ik bij Jens ben, ga ik zo vaak als ik kan, naar haar toe. Ik praat met haar over alles, en ook over de tijd dat ze er niet meer zal zijn. We maken samen brieven voor haar kinderen en mijn broer en ik regel een wensdag. Nog een keer zwemmen met de kinderen, nog een keer naar haar huis en lekker eten. Na drie weken mocht Jens, onder de voorwaarde dat wij leerden beademen en reanimeren en 24 uur per dag aan de monitor zou blijven, naar huis. We zijn blij dat hij naar huis mag. Ook voor de andere kinderen die ons elke dag moeten missen. Dat hij nog vaak in het ziekenhuis zou liggen, zijn we ons van bewust. Maar hij mocht naar huis en daar ging het om.Verdriet

Hospice

Thuis ga ik zoveel mogelijk naar het hospice, waar inmiddels mijn schoonzus is opgenomen. Ik organiseer de wensdag. Regel dat alles gesponsord wordt en we maken een geweldige dag mee waarin ze straalt. Op 25 september, de dag dat Jens gedoopt zou worden, overlijdt ze. Jens is op het moment dat ik dit schrijf thuis. Hij ligt nog steeds aan de monitor, als hij slaapt.

Hoe het nu met Jens gaat

Hij is nu een jaar en ligt regelmatig in het ziekenhuis in verband met infecties, waardoor hij snel heel benauwd wordt. We weten nog steeds niet hoe het komt dat hij stopt met ademen en niet vanzelf weer begint. We weten nooit hoe een dag gaat en of we thuis blijven of naar het ziekenhuis zullen moeten gaan. Maar we zijn dankbaar en gelukkig dat hij er nog is. Het afgelopen jaar was met veel tegenslagen, maar we blijven positief. Het maakt ons sterker.

6 Comments on Bijzonder verhaal: Een opeenstapeling van verdriet en soms een lichtpunt

  1. Lieve, lieve Mirjam en Renè…
    Ik ken natuurlijk jullie verhaal…
    Maar het zo te lezen is erg aangrijpend….
    Ik hoop en bid voor een goede toekomst voor jullie als gezin…
    Dikke knuffel…xx
    Lisanka…

  2. Lieve Mirjam en familie,

    Jullie verhaal is mij bekend, maar het zo lezen grijpt mij aan. Gelukkig is Jens ondanks alles een heerlijk vrolijk mannetje, waar jullie volop van genieten. Geef hem maar een dikke knuf van Lexy…♥️

    Liefs,
    Mariska

  3. Pff Mirjam.. Ik kende dit verhaal al grotendeels..maar jeetje wat heftig. Dikke tranen in mijn ogen. ?

  4. Ik kom nu bij toeval bij jullie verhaal terecht en het doet mij zó veel. Wat ontzettend naar en wat veel wat jullie hebben meegemaakt en meemaken. Ik wil eigenlijk alleen zeggen dat ik aan jullie denk. Heel veel sterkte en ik hoop dat het steeds beter zal gaan met jullie lieve Jens.

  5. Ik kende jullie verhaal al, maar nog niet zo gedetailleerd.
    Nu ik het zo uitvoerig lees, doet het met echt heel veel…

Comments are closed.