In dit artikel ga ik het met jullie hebben over slaapgedrag en slaapproblemen bij jonge kinderen (tot ongeveer twee jaar). In het begin stel je je in op slapeloze nachten en weet je dat ook slapen overdag niet altijd gaat zoals je hoopt. Wanneer is er nu sprake van een echt slaapprobleem en wat kun je doen om je kindje te helpen? Dat lees je in dit artikel.
Maar kort wakker
Voor een pasgeborene zijn slapen en eten eigenlijk de enige dingen die noodzakelijk zijn. Het kindje heeft beide immers nodig om groot te worden en zich te ontwikkelen. Door veel te slapen en goed te eten, wordt het groter en sterker. Als het sterker is, leert het steeds nieuwe bewegingen te maken en kan het motorisch steeds een beetje meer. Een pasgeboren baby kan maximaal gedurende 45 minuten aan een stuk wakker blijven. Soms is dat dus alleen lang genoeg voor één voeding, om daarna weer te gaan slapen.
LEES OOK: Voorkeurshouding: wat is het en wat doe je eraan?
Wanneer je een kersverse baby hebt, weet je dat de nachten gebroken zullen zijn en dat je zelf nauwelijks aan je slaap zal toekomen. Je stelt je daarop in en je weet ook dat dit overgaat. Alleen, soms duurt het wel héél lang voor dit overgaat!
De perfecte baby
Hoe frustrerend is het dan als je alleen maar moeders spreekt die je vertellen dan hun kindje al op zes weken doorsliep? ‘Jaja, we weten wel dat jouw kind perfect is. Hier zijn liters concealer nodig om ervoor te zorgen dat de grote zwarte kringen onder mijn ogen nog een beetje meevallen.’
Kinderen die ‘slecht’ slapen, zijn vaak onrustige slapers of komen moeilijk in slaap. Eigenlijk slapen deze kindjes alleen maar als ze bij je op de arm of in een draagdoek of -zak zitten. Zodra je ze weg wilt leggen, beginnen ze te huilen en zijn ze wakker. Het proces van in slaap vallen kan weer van voren af aan beginnen.
LEES OOK: Inbakeren en overstrekken
De realiteit
Ik maak even een kleine situatieschets: Je kindje ligt na de voeding nog even heerlijk bij je na te doezelen. Eigenlijk is het zo moe van het drinken dat het de ogen niet meer kan openhouden. We weten dat ze maar 45 minuten wakker kunnen blijven en en soms hebben ze die tijd alleen al nodig om de borst te drinken. Het kind valt lekker bij je in slaap en na een minuut of tien denk je als moeder: zo, ik leg jou even in bed, dan heb ik mijn handen vrij.
Dat is heel logisch, want je kunt niet de hele dag met je kindje in je armen lopen, al zou je dat het liefste wel doen. Maar de stapels was met vieze rompers en hydrofiele doeken en de ontploffing op het aanrecht laten je realiseren dat er toch echt nog iets anders moet gebeuren dan alleen maar de baby knuffelen.
Nietsvermoedend leg je je kindje boven in bed en nog voor je wegloopt, begint je kindje te mopperen. Nog voor je de kamer goed en wel uit bent, is het mopperen flink huilen geworden. Je probeert het nog in zijn of haar bedje te troosten met een speentje of je pink, maar helaas: het huilen wordt krijsen. Voor je het weet, zwicht je, pak je je kindje weer op en binnen no time is het stil. Je legt je kindje, dat nu weer slaapt, terug in bed, waar vervolgens het bovenstaande zich opnieuw herhaalt.
Je kindje aan zet
Dezelfde situatieschets, maar dan vanuit je kindje: Ik lig hier best wel heel lekker. Ik heb heerlijk gedronken en lig hier prima bij mama. Ik hoor mama zachtjes tegen me kletsen en ik hoor haar hartslag. Hé, dat ken ik! Dat hoorde ik in de buik ook altijd, dat is fijn. Lekker warm hier zeg, zzzzz. Hé, wat doe je nou, hier is het koud, brr! Oh en waar is die hartslag en waar is je stem nu? Dit laatste gaat vervolgens over in mopperen en huilen.
Nu je deze twee situatieschetsen onder elkaar ziet, kun je je misschien voorstellen hoe het voor je kindje is is als je het in een koud en kil bed legt. Soms wil het helpen om je kindje in ‘stapjes’ in bed te leggen en het langzaam ‘los’ te laten in bed. Zo is de stap van ‘veilig in mama’s/papa’s armen’ naar ‘alleen in een groot koud bed’ iets minder groot en leert je kindje dat het ook in zijn bedje veilig is.
Slaap lekker!
Liefs, Anne